Cornelis Hendriksz Lustig
Cornelis Hendriksz Lustig,
geb. op 23-04-1786 te Huizen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 23-04-1786 te Huizen; dgt. Adriaantje Bakker,
ovl. te <= 1790.- Vader:
Hendrik Lammertsz Lustig, zn. van Lambert Rijksz Lustig en Adriaantje Hendriks Backer,
geb. op 03-11-1748 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente te Huijsen; dgt. Leentje Hendricks,
Abusievelijk ook genoemd Harmanus,
ovl. op 28-01-1824 te Huizen,
, -
HENDRIK LAMBERTSZ LUSTIG
Huizen Koptienden (1779-41 1800-57):
1779-41: v. Jan Jansz Boer 7 kop 1/4
1780-41: v. Claas Mewisz de Groot 4 kop
- Situatie: 1 Spt 3 kop 1/4
1788-57: v. IJsaak Gerritsz Snel 5 kop 4/8
t/m 1795-57: Situatie: 2 Spt 3/4
1796-57: op Jacob Hendriksz Visser 1 Spt 2 kop
1800-57: Situatie: 6 kop 3/4
- op Gerrit en Elberts Klijn 6 kop 3/4
-
ORA-184-3226A014; 31-08-1810: Acte van Deliberatie. Hendrik (Gerritsz) Schram de Jongste en Willem (Gerritsz) Schram, alsmede Hendrik (Lambertsz) Lustig en Gerrit (Lambertsz) Lustig mitsgaders Fredrik (Jacobsz) Vos en Dirk Reijersz Koeman als
voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Jannetje (Lambertsz) Lustig, en (wijlen) Huibert (Lambertsz) Lustig, zijnde alle comparanten hier woonagtig, te kennen gevende dat Rijk (Lambertsz) Lustig en Grietje (Hendriks) Mol,
echtelieden in gemeenschap van goederen gehuwd geweest, dat de 2 eerder genoemde kinderen van wijlen Grietje (Hendriks) Mol en de laatste genoemde Broeders en Voogden over Broeders en Zusters kinderen van wijlen Rijk (Lamberts) Lustig verwerpen
zijn nalatenschap i.v.m. schulden
-
ORA-184-3211A016; 14-12-1810: Hendrik (Gerritsz) Schram de Jonge en Willem (Gerritsz) Schram voor de eene /, mitsgaders Hendrik (Lambertsz) Lustig en Gerrit (Lambertsz) Lustig alsmede Fredrik (Jacobsz) Vos en Dirk Rijersz Koeman als voogden
over de minderj. nagel. kinderen van wijlen Hubert (Lambertsz Lustig) en Jannetje (Lambertsz) Lustig, te samen voor de wederhelft erfgenamen van den gemenen boedel van wijlen Rijk (Lambertsz) Lustig en deszelfs voor-overleden huisvrouw Grietje
Hendriks Mol, verklaarden verkocht te hebben aan Cornelis Snijder een huis en erve gelegen in het dorp zijnde No. 241 belend ten Noorden over de gemeene weg Jan Jacobsz Prins en ten zuiden Gerbert Tewisz voor f 409:10:-,
tr. op 10-12-1780 te Huijzen; Impost 25-11-1780: Pro Deo.
>